DRUGS

Op het terras stond een vader met zijn dochtertje van een jaar of tien. Het meisje was heel nieuwsgierig en stelde allerlei vragen, over wat ze allemaal zag. Er was cabinepersoneel en marechaussee. Duidelijk te herkennen aan hun kleding. De vader legde het één en ander uit. Toen zag ze nog andere mensen in uniform. Ze vroeg waar die dan voor waren. Ik zei “dat zijn mensen van de douane”. Ze vroeg waar de douane voor dient. Ik zei: “mensen doen wel eens iets in hun tassen wat niet mag, en dan komt de douane daarnaar kijken”. Toen zei de vader “zo moeilijk, om met je kinderen over drugs te praten”. Ik had het woord “drugs” niet genoemd, hij kwam er mee. Daarna had ik met de vader een heel gesprek over opvoeding. Het is beter dat kinderen het van jou horen, en niet van een ander. Maar op welke manier breng je dat dan ter sprake. Inhoudelijk en zinvol hebben we gepraat. Het meisje had ondertussen meer belangstelling voor de haardracht en hoofdeksels van de stewardessen. Hopelijk zal haar nieuwsgierigheid een begin zijn van een gesprek over drugs, en wie weet over wat voor andere zaken nog meer.

Mirjam van Nie